I. Prehistorie

Er was eens een jonge huisarts-in-opleiding. Hij had gehoord over een passionele situatie, waarbij een dorpje te lande plots met een huisartsentekort zat. Dit was bijzonder omdat er toen overal een teveel aan huisartsen was. Het is al lang geleden. Men keek toen nog op een wegenkaart om ergens naartoe te rijden. De jonge arts hij raadpleegde zijn stratenatlas van West-Vlaanderen. Na wat zoeken, had hij het het dorp in kwestie gevonden. Aartrijke!

Het dorp leerde de jongeman kennen. En de jongeman leerde het dorp kennen. Dit had nogal wat voeten in de aarde. Gelukkig bestonden de sociale media nog niet. Het bleef bij vertellingen. Maar gonzen deed het. Een van die verhalen is hier nu toch vermeldenswaard. De jonge arts was vertwijfeld. Tijdens zijn eerste maanden in het dorp was niets verlopen zoals verwacht of gehoopt. Een dame, die net weduwe geworden was, kwam uit bakkerij Roose, die zich aan de overkant van de dokterspraktijk bevond. Wenkend nodigde ze de arts uit om de straat over te steken, Wat hij toen deed. Ze zei: “Stijn, ik ben dankbaar voor hoe het gegaan is bij het overlijden van André. Dit was het beste voor mijn man. Je hebt het goed gedaan. Heb courage en doe zo verder! De ogen van de vrouw fonkelden, de gebaren waren kordaat. Pas veel later werd voor de arts helemaal duidelijk wie deze opmerkelijke dorpsvrouw wel was. Het was niemand minder dan Moaie!

Obilix